De worp vanaf de hoek wordt algemeen beschouwd als de worp met de kleinste kans
op succes. Waar een middenopbouwer een ruimte van 2 bij 3 meter heeft, heeft
een hoekspeler ongeveer een ½ meter., een ruimte,die door de doelverdediger
wordt gedekt.
Om dan een doelpunt te kunnen maken moet je over een specifieke
techniek beschikken.
Het is ook belangrijk om met de juiste arm te werpen.
Een rechtshandige speler heeft de meeste kans vanaf de linker hoek, en een linkshandige
speler vanaf de rechter hoek.
Het meest belangijke aspect voor een worp
vanaf de hoek is dat deze niet vanuit stand, maar altijd als een sprongworp
moet worden uitgevoerd.
Ook hierbij komt weer het verschil met de opbouwers
naar voren..Waar de opbouwers genoeg ruimte hebben om de bal te ontvangen, 3
stappen te maken, een keer te stuiteren om vervolgens weer 3 stappen te maken,
heeft de hoekspeler alleen de mogelijkheid om 3 passen te maken en dat soms
nog niet eens.
De sprong moet niet rechtstreeks naar het doel worden uitgevoerd,
maar moet zover mogelijk van het doel zijn, zodat de hoekspeler een zo groot
mogelijke kans maakt om een doelpunt te scoren. (Hulpmiddel: spring richting
7-meterstreep)
De schutter moet ook de techniek beheersen om de bal boven
het hoofd te spelen (schieten in de korte hoek), maar ook evenwijdig aan de
grond (schieten in de lange hoek). Als de arm op deze wijze wordt gestrekt zal
de vrije ruimte in het doel groter zijn, dan de schutter kan zien.
Samengevat
de belangrijke punten (beschreven voor een werper, waarvan de worparm het verst
vanaf het doel is, dus rechtshander werpt vanaf links en linkshander werpt vanaf
rechts)
1 |
Vang de bal in beweging |
2 |
Als de bal is gevangens maak dan zoveel mogelijk snelheid om de
sprong zo ver mogelijk te kunnen maken |
3 |
Ga zo dicht mogelijk langs de hoekverdediger, maar zorg ervoor dat
deze niet de weg naar het doel blokkeert |
4 |
Spring zover mogelijk van het doel af (richting 7-meterstreep),
waarbij de schouder van de niet schotarm naar het doel wijst |
5 |
Werp vlak voor het moment van landen |
6 |
Als de worp is gericht op de korte hoek, breng dan de bal boven
het hoofd en voor het lichaam. Is de worp gericht op de lange hoek,
breng dan de arm evenwijdig aan de vloer (de bal wordt naar buiten gestrekt) |