2-tallen staan paarsgewijs in een grote cirkel. In het midden liggen
(aantal 2-tallen – 2) ballen.
Op een signaal beginnen de
speelsters aan de buitenkant te sprinten (denk er aan om de richting
aan te geven). Als de speelster weer bij haar partner is, kruipt
zij tussen haar benen door en pakt een bal uit het midden. Diegenen,
die geen bal hebben veroverd worden beloond met push-up’s.
Daarna wissel van plaats en begint het spel opnieuw. Variaties:
• Sprinten met side steps • Achterwaarts sprinten • In
verschillende richtingen laten sprinten
Wij noemen het: ____________________________________
Opmerkingen:
|
|