Waarom een snelle tegenaanval?
Tijdens de
Olympische spelen in München (1972) lieten de Joegoslaven op een
briljante manier zien hoe effectief en onderhoudend het handbalspel
kan zijn, als een team in staat is om gebruik te maken van de
tegenaanval, zodra de mogelijkheid hiertoe zich aandient.
Zij
scoorden een ongelooflijk aantal doelpunten met hun snelle
tegenaanvallen, waarbij de tegenstanders alleen de ruggen van 3 -4
Joegoslaven zagen en het fluitsignaal voor een doelpunt hoorden.
Dan is het gemakkelijk om te zeggen, dat deze snelle doelpunten
de gemakkelijkste doelpunten zijn, omdat het er gemakkelijk uitziet
als een team, nadat de bal veroverd is, er met 3-4 spelers of het
hele team in de tegenaanval gaat, waarbij de bal bliksemsnel
gespeeld wordt en de laatste speler totaal vrij voor een worp komt
Tegen de tegenaanval is het niet voldoende om met 2-3 spelers
terug te komen in de verdediging, omdat als deze tegenaanval in 2
golven (er is diepte in de aanval) wordt uitgevoerd en als de
verdedigers de eerste golf dekken, de tweede golf gemakkelijk door
kan breken.
Voorwaarden voor het spelen van de snelle
tegenaanval zijn:
1. Vermogen om snel het spel te lezen:
A. om te zien wanneer de kans aanwezig is zonder opening van de
verdediging.
B. om te zien waar de
mogelijkheden zijn (begrijpen en gebruik maken van de posities van
de medespelers en tegenstanders)
2. Snelle start en sprint.
3.
Een sterk ontwikkelde baltechniek.
4. Vermogen om de bal te
veroveren.
Door een goed uitgevoerde tegenaanval krijg je:
1. Gemakkelijke doelpunten
2. Het moraal van de tegenstander team
daalt als gevolg van deze gemakkelijke doelpunten
Een
tegenaanval bestaat uit 3 fasen:
Fase 1-snelle
aanval met 1 of 2 spelers
Het is hier vaak 1 speler, die
een slechte pass onderschept en alleen rchting het doel van de
tegenstanders dribbelt en afrondt of door 2 spelers, die door snel
samenspel tot een doelworp komen. Dat kan ook door een lange pass
van de keeper of teamgenoot. Het is zeer belangrijk, dat fase 1 in
een hoog tempo wordt uitgevoerd en het wordt uitgevoerd door zeer
snelle spelers met een uitstekende techniek.
Omdat de spelers
voor de tegenaanval vaak wegstarten als de tegenstanders op het doel
werpen moeten zij niet naast elkaar [waardoor zij niet tijdig de bal
kunnen onderscheppen] acteren
Tactisch gezien kan fase 1
worden gebruikt wanneer:
1. Het team in de verdediging beschikt
over spelers, die snel kunnen uitstappen en de bal veroveren, zonder
fouten in de
verdediging te maken.
2. De
keeper is in staat om weer snel in balbezit te komen en een lange en
nauwkeurige pass te te spelen.
3. Het duurt lang voordat de
tegenstanders hun verdedigingsposities weer innemen.
4. De
tegenstanders keren met hun rug naar aanvallers terug naar hun
verdediging. Het is eenvoudig om een pass te spelen
langs een tegenstander, die met de rug naar je toe staat.
5. De
tegenstanders zijn ”dood moe”.
Fase 2 – snelle aanval
met 3 of meer spelers
Om deze fase 2 snelle aanval met
succes te kunnen spelen moet het team over verschillende snelle
spelers met een goede techniek beschikken.. Deze spelers voeren deze
fase 2 uit. Ook zijn er spelers, die passes goed kunnen
onderscheppen en ervoor kunnen zorgen, dat de spelers niet op één
lijn acteren.
In principe moeten de ballen diagonaal naar voren
worden gespeeld, maar het kan in de laatste fase een voordeel als de
bal terug wordt gespeeld naar een speler uit de tweede golf, die dan
af kan ronden.
In de fase 2 moet er diepte en breedte in de
aanval zijn, zodat de bal langs de verdedigers, die op de vtreugweg
naar het doel zijn, kan worden gespeeld.
Tactisch kan fase 2
onder dezelfde voorwaarden worden gebruikt als bij als fase 1.
Verder kan deze fase worden gebruikt als fase 1 nutteloos is omdat
er naar niemand een lange pass kan worden gespeeld. De basisregel
voor de tweede fase aanval is, dat de spelers, die niet in het bezit
van de bal zijn, altijd proberen in een vrije positie te komen om de
bal te ontvangen.
Fase 3-georganiseerd basisspel
Als het team met fase 2 succesvol is, wordt het tempo
teruggeschroefd tot de rest van de aanvallers hun posities hebben
ingenomen en wordt het gewone basis spel gestart.
Het is van
belang-ongeacht of je in balbezit bent, aan de balzijde of aan de
andere zijde-dat je in beweging bent en met schijnbewegingen,
lichaamstaal en concentratie, aan je teamgenoten en tegenstanders
laat zien, dat je invloed wilt hebben op het spel. Dat geldt echter
niet alleen bij de snelle tegenaanvallen maar bij alle facetten van
het handbalspel.
Tegenaanvallen kunnen op verschillende manieren
worden etraind. Natuurlijk is de beste manier dat de spelers er
vertrouwd mee raken tijdens de gewone training, waardoor het
natuurlijk wordt.
Maar het wordt niet natuurlijk als de spelers
niet vertrouwd zijn met de basisbeginselen en eenvoudige regels voor
het spelen van de tegenaanval. Daarom moeten verschillende
oefeningen worden uitgevoerd waarbij de fundamentele regels worden
onderwezen. Wanneer de spelers vertrouwd zijn met deze regels is het
de beste manier om te oefenen met volledige teams. Bij het trainen
van de tegenaanval moet er ook aan gwerkt worden, dat de spelers er
gewend aan raken om ook weer snel terug te keren naar verdediging.
Bovendien wordt er daardoor gewerkt aan de conditie en aan de
concentratie